Rockpanel Colours 6 mm Wit RAL 9010

Rockpanel Colours dienen op een speciale wijze gemonteerd te worden. Wanneer Rockpanel platen niet met aandacht worden geplaatst, kunnen er beschadigingen optreden. Rockpanel Colours gevelplaten zijn erg gevoelig voor vocht, waardoor hier ook rekening mee moet worden gehouden. 

Opslagplaats

Het begint al met het opslaan van de platen. Behandel Rockpanel platen met zorgvuldigheid. De platen moet je vlak en droog opslaan. Daarnaast dienen de platen vrij van vorst opgeslagen te liggen. Leg de platen op een pallet, welke vervolgens op een vlakke ondergrond moeten liggen. Het is sterk af te raden om meer dan twee platen bovenop elkaar te leggen. Leg onder de pallets PE-folie, zodat de platen optimaal beschermd worden. 

Wanneer het donker wordt kan er zich snel condens en vocht vormen op de platen. Wanneer je de platen gaat monteren, neem dan even de tijd om de platen vrij van condens en vocht te krijgen. Laat de platen rustig opdrogen. Wanneer de platen opgeslagen liggen, zullen ze anders blootgesteld worden aan vocht dan wanneer ze gemonteerd zijn. 

Schuiven de platen over elkaar heen? Dan bestaat de kans dat er beschadingen zichtbaar komen. Til de platen op en draag ze rechtop. Heb je de platen opgetild en ga je ze vervolgens weer op elkaar stapelen? Leg dan een schuimen beschermvel tussen de platnen om schade aan de platen te voorkomen. 

Iedere Rockpanel Colours plaat is voorzien van een beschermfolie. Deze folie verwijders is alleen mogelijk wanneer: 

• Voor de bevestiging bij montage met een luchtdrukhamer
• Voordat een primerlaag wordt aangebracht op de plaat bij verlijming
• Nadat de schroeven of nagels zijn gemonteerd

De folie verwijderen tijdens opslag is sterk af te raden. De folie zit er juist op om krassen en beschadigingen te voorkomen aan de zichtzijdes van de platen. Gebruik de folie om de maten op de platen te tekenen. Dit maakt het bewerken en montage van de plaat een stuk eenvoudiger. 

Platen bewerken

Het bewerken van de platen vereist geen bijzonder gereedschap. Draag een veiligheidsbril, handschoenen en een stofmasker (type P2). Zorg er altijd voor dat je in een geventileerde binnenruimte werkt. Werk je buiten? Zorg er dan voor dat de wind de ruimte krijgt om het stof af te voeren. Gebruik een zaaguitrusting, welke beschikt over een goede afzuiging. De volgende materialen zijn mogelijk om te gebruiken tijdens het bewerken van je Rockpanel Colours platen: 

• Fijngetande handzaag
• Boormachine (i.c.m. staalboor)
• Decoupeerzaag (i.c.m. metaalzaagblad of zaagblad met wolfraamkorrels)
• Cirkelzaag (48 tanden en een middellijn van 300 mm)

Je dient de plaat altijd met de decoratieve zijde naar boven te zagen. Zo voorkom je beschadigingen en krassen aan de platen. Gebruik je een handcirkelzaag waarbij de voet over de zichtzijde gaat? Zaag de plaat dan met de decoratieve zijde naar beneden. De ondergrond dient natuurlijk in beide gevallen vlak en schoon te zijn. Voorboren is niet essentieel, maar kunnen de werkzaamheden wel vereenvoudigen. Kies het juiste boortje uit, bij de juiste nagel of schroef. Je hoeft niet per se de randen af te werken met beschermingsmiddelen tegen vocht zoals randsealer. Je kunt wel de randen van de platen opschilderen met de juiste RAL kleur (RAL 9010). 

Geventileerde constructie

Geen geventileerde gevelconstructie is erg belangrijk bij Rockpanel Colours platen. Deze geventileerde gevelconstructie zal bestaan uit een buitenblad, binnenblad en een luchtspouw. Het buitenblad zal bestaan uit de Rockpanel platen. De geventileerde luchtspouw zal ontstaan tussen het binnen- en buitenblad. Naast dat deze opbouw van de gevel ventilatie biedt, heeft het ook thermische voordelen. In de luchtspouw zal je een regelwerk moeten monteren, welke aan de onder- en bovenzijde openingen moeten hebben van minimaal 5000 mm² per vierkante meter. Ongedierte is te voorkomen door een beluchtingsprofiel te monteren op de openingen. Hanteer een minimale spouwdiepte van 20 mm. Vaak wordt een draagconstructie van regels (met een dikte van 28 mm) gebruikt. Hierdoor zal de spouw ook 28 mm bedragen.

Ga je voor een open of gesloten gevel? Kies je voor gesloten of open voegen? Tegenover deze keuzes kom je te staan wanneer je deze platen gaat monteren. 

Bij open voegen kan het regenwater door de voegen achter de gevelbekleding komen. Via de gevelbekleding zal het regenwater uiteindelijk ook weer af worden afgevoerd. Zet de hoeken dicht met regelwerk, zodat er geen wind achter de gevelbekleding kan zijn. Hierdoor zal de regen vanzelf naar onderen, achter de gevelbekleding vandaan lekken. Zie de afbeelding hieronder, welke dit proces verduidelijkt. 

Horizontale open voegen

Ga je horizontale open voegen hanteren? De ruimte van de voegen dienen dan tussen de 5 mm en 8 mm te bedragen. Bij een houten draagconstructie, dien je een dampopen en waterkerende folie achter het regelwerk te monteren. Deze folie moet tegen UV-straling kunnen en mag niet capilair werken. Ga je een aluminium achterwerk gebruiken voor je gevelbekleding? Hanteer dan een spouwdiepte van tussen de 40 mm en 100 mm. Hierdoor kan er gebruik worden gemaakt van drukvereffening. Bij deze toepassing dien je gebruik te maken van isolatiemateriaal welke tegen vocht en uv-straling kunnen. De isolatie van ROCKWOOL worden hiervoor sterk aangeraden. 

Verticale open voegen

Bij het hanteren van verticale voegen, zul je zien dat verticale voegen niet helemaal open zijn. Verticale voegen dienen namelijk altijd gesloten te zijn voor regen en wind. Er zal een montagevoeg zichtbaar zijn, omdat de voegen een stukje uit elkaar staan. Om de levensduur van het regelwerk te waarborgen heeft deze toepassing een montagevoeg nodig. Gebruik een EPDM Voegband of een Rockpanel strook en monteer deze op het houten regelwerk. Deze materialen zullen dan ook zichtbaar worden in de montagevoeg. Let wel op, de Rockpanel strook dient wel aan beide kanten van de regel 15 mm uit te steken. 

Gesloten horizontale voegen

Gesloten voegen vragen een andere spouwdiepte dan open voegen. Bij gesloten voegen worden gesloten door middel van een neus- of stoeltjesprofiel. Hierdoor zorgt de buitenzijde van de gevel ervoor dat regenwater wordt afgevoerd. Natuurlijk moet nog steeds de achterconstructie voorzien worden van ventilatie. Ga je een aluminium draagconstructie gebruiken bij deze toepassing? Hanteer dan een luchtspouw van minimaal 20 mm. Bij een houten draagconstructie moet dit 28 mm zijn. De ventilatieopeningen aan boven- en onderzijde dienen 5000 mm²/m² te bedragen. Hanteer een voegbreedte van 5 tot 8 mm, zodat het stoeltjes- of neusprofiel kan worden toegepast. 

Gesloten verticale voegen

Voor gesloten verticale voegen geldt in principe hetzelfde als bij open verticale voegen. Alleen zo kan de levensduur van de draagconstructie gewaarborgd worden. Gebruik opnieuw EPDM Voegband of een Rockpanel strook, en monteer deze op het regelwerk. Je hoeft bij deze voeg alleen geen rekening te houden dat de strook 15 cm aan beide kanten van de regels moet uitsteken.