Rockpanel Colours 6 mm Crème RAL 9001

Rockpanel Colours is hoogwaardig plaatmateriaal, die verwerkt en gemonteerd moeten worden op een speciale wijze. Dankzij de bijzondere producteigenschappen, vragen deze platen een specifieke werkwijze. Lees verder om jouw gevelbekleding op de juiste wijze te monteren.

Opslag

Rockpanel platen dien je met zorg te behandelen. Zorg ervoor dat je de platen droog, vlak en vorstvrij opslaat. Gebruik pallets om de platen op te slaan. Deze pallets dienen op een vlakke grond te liggen. Wij raden je aan om onder de pallets PE-folie neer te leggen, ter bescherming van de platen. De platen dienen dus vrij van de grond te liggen. Stapel niet meer dan twee platen op elkaar. Wanneer je de platen gaat monteren, geef de platen dan eerst even de kans en tijd om van vocht en condens af te komen. De platen worden tijdens de opslag namelijk veel anders blootgesteld aan vocht en kou dan wanneer ze al gemonteerd zijn. 

Ga je de platen verplaatsen? Laat de platen nooit over elkaar schuiven, dit voorkomt krassen. Til de platen altijd op en zorg ook dat ze rechtop gedragen worden. Ga je alsnog weer twee platen stapelen? Gebruik dan schuimen beschermvellen tussen de platen, om beschadigingen van de oppervlaktelaag te voorkomen.

Alle platen zijn voorzien van beschermfolie. Het verwijderen van de beschermfolie is mogelijk wanneer:

• Voor de montage bij bevestiging van een luchtdrukhamer
• Voor het primeren van de plaat bij verlijming
• Na montage met schroeven of nagels

Verwijder niet de folie tijdens de opslag. De folie is puur ter bescherming van de decoratieve oppervlakte laag. Het is natuurlijk wel mogelijk om maten op de platen te tekenen. Dit is erg gemakkelijk tijdens de montage.

Bewerking

Ga je de platen bewerken? Hiervoor is geen speciaal gereedschap nodig. Let er wel op dat je een stofmasker (type P2), een veiligheidsbril en handschoenen draagt tijdens het zagen. Ga je de platen binnen zagen? Regel dan een zaaguitrusting met een goede afzuiging en ga zagen in een goed geventileerde ruimte. Voor buiten zagen geldt in principe hetzelfde: laat wind vrijkomend stof wegblazen en gebruik een stofreducerende zaag. Het is mogelijk om de volgende gereedschappen te gebruiken ter bewerking van de rockpanel platen: 

• Handzaag
• Boormachine (i.c.m. een staalboor)
• Decoupeerzaag (i.c.m. metaalzaagblad of zaagblad met wolfraamkorrels)
• Cirkelzaag (48 tanden en een middellijn van 300 mm)

De algemene regel geldt: zaag de plaat met de decoratieve zijde naar boven. Alleen bij een handcirkelzaag waarbij de voet over deze decoratieve zijde zal gaan, dient de plaat met de 'mooie zijde' naar beneden te worden gezaagd. Wees er dan wel van bewust dat de ondergrond schoon en vlak is. Voorboren is niet noodzakelijk maar kan wel handig zijn. Gebruik de juiste boor, bij de juiste schroef of nagel. Het is niet nodig om de randen af te werken met beschermingsmiddelen tegen vocht. Je kunt er wel voor kiezen om de randen en zijkanten op te schilderen met de juiste RAL kleur (RAL 9001). Wanneer je dit niet zult doen, zullen de randen en zijkanten verkleuren naar een donkerbruine kleur. 

Geventileerde constructie

Alle Rockpanel platen worden gebruikt bij een geventileerde gevelconstructie. Je moet het zien als een binnenblad, buitenblad en spouw. Waarbij het buitenblad de rockpanel platen zullen zijn. Tussen de platen en de isolatie zal een geventileerde luchtspouw ontstaan. Deze opbouw van de gevel biedt niet alleen ventilatie, maar ook thermische voordelen. De luchtspouw zal bestaan uit een regelwerk met isolatie, die aan de boven- en onderzijde openingen moet hebben van tenminste 5000 mm² per vierkante meter. Gebruik een beluchtingsprofiel om ongedierte in de spouw te voorkomen. De spouwdiepte dient minimaal 20 mm te bedragen. In de praktijk wordt vaak een regelwerk (draagconstructie) van ventilatielatten gebruikt, welke een dikte van 28 mm hebben. 

Vervolgens dien je te kiezen welke soort gevel je wilt. Je hebt de keuze tussen een open gevel en een gesloten gevel. Daarna kun je ook nog kiezen uit gesloten of open voegen. Lees verder om de juiste keuze te maken.

Heel simpel gezegd: het grootste kenmerk van een open gevel zijn open voegen. Bij open voegen is het mogelijk dat regenwater door de voegen komt, en zich achter de gevelbekleding zal bevinden. Via de gevelbekleding zal het water uiteindelijk naar buiten worden afgevoerd. Dit is alleen te realiseren wanneer de hoeken dicht gezet zijn met regelwerk, zodat de wind geen rol kan spelen achter de gevelbekleding. De afbeelding hieronder laat je zien wat hiermee wordt bedoeld.

Horizontale open voegen

Bij horizontale open voegen, dient de ruimte tussen de voegen tussen de 5 mm en 8 mm te bedragen. Ga je de platen op een houten draagconstructie bevestigen? Werk het oppervlak achter het regelwerk dan af met een dampopen en waterkerende folie. Deze folie mag niet capilair werken en moet UV-bestendig zijn. Bij een aluminium draagconstuctie wordt een spouwdiepte van tussen de 40 mm en 100 mm geadviseerd, zodat er gebruik gemaakt kan worden van drukvereffening. Het isolatiemateriaal welke bij deze toepassing wordt gebruikt moet vocht- en uv-bestendig zijn. De isolatiematerialen van ROCKWOOL voldoen hieraan. 

Verticale open voegen

Verticale open voegen zijn niet helemaal open. Verticale voegen dienen gesloten te zijn voor wind en regen. Omdat de panelen wel een stukje uit elkaar staan, wordt een montagevoeg zichtbaar. Dit alles heeft te maken dat de levensduur van de verticale laten zo goed mogelijk beschermd moeten worden tegen neerslag. Dit kan gedaan worden door een EPDM Voegband of Rockpanel strook op het houten regelwerk te monteren. Dit zal dan ook zichtbaar worden in de montagevoeg. Deze Rockpanel strook dient aan beide zijden wel 15 mm breder te zijn dan het regelwerk. 

Gesloten horizontale voegen

Bij gesloten voegen moet je een andere spouwdiepte hanteren dan bij open voegen. Iedere situatie heeft een andere spouwdiepte. Allereerst worden gesloten voegen gesloten met een stoeltjes- of neusprofiel. De buitenzijde van de gevel voert regenwater af. De achterconstructie moet geventileerd worden. De luchtspouw bij een horizontale gesloten gevel dient bij een aluminium draagconstructie minimaal 20 mm te zijn. Bij een houten draagconstructie dient de spouw minimaal 28 mm te zijn. Ventilatieopeningen dienen minimaal 5000 mm² per vierkante meter. Hierdoor moet je een voegbreedte van tussen de 5 en 8 mm hanteren. Deze voegruimte moet je hanteren, om zo het stoeltjes- of neusprofiel toe te passen.

Gesloten verticale voegen

Hetzelfde voor de open verticale voegen; bij deze voegen zal ook een montagevoeg zichtbaar zijn. Dit heeft opnieuw alles te maken om de levensduur van het houten achterwerk te waarborgen. Dit is te realiseren met een UV- en weersbestendige voegband. Opnieuw, dit is ook mogelijk met een Rockpanel strook. Bij een gesloten voeg hoef je geen rekening te houden dat de strook een aantal cm uit moet steken.